Milieutechnischonderzoek Zonnekracht te Oude-Tonge (toepassingstaalslakken)

Staalslakken in Oude Tonge blijven een issue voor Vitale  Kernen

Wat zegt het milieutechnisch onderzoek? (klik op de foto)

Vitale Kernen fractievoorzitter Johan de Vos volgt met argusogen de consequenties van de ruim 60.000 ton staalslakken, die zijn gestort op het bedrijventerrein in Oude-Tonge. De staalslakken moeten gaan dienen voor de fundatie van de bioboardfabriek.

Midden 2021 heeft Vitale Kernen het college gevraagd naar de monitoring van de mate van vervuiling van het oppervlaktewater, grond en grondwater. Het college neemt hierin niet of niet voldoende hun verantwoordelijkheid omdat er verwezen wordt naar het Waterschap Hollandse Delta. Het college dient namelijk een WOB-verzoek in namens Vitale Kernen bij DCMR.

Wanneer staalslakken met water in aanraking komen ontstaat er een chemische reactie. Hierdoor kan het grondwater ernstig worden vervuild.  Met als gevolg dat het de gezondheid van mens en dier kan schaden. Uit eerdere metingen van het wateroppervlakte bleek dat er wel degelijk gevaarlijke stoffen zijn aangetroffen, ten gevolge van de gestorte staalslakken.

Onlangs heeft Vitale Kernen een rapport ontvangen wat de status weergeeft van medio 2021.

Uit de conclusies en aanbevelingen blijkt dat vervolgonderzoek noodzakelijk is om de mate van schade aan het milieu verder te onderzoeken. Vitale Kernen zal weer aan het college vragen of de adviezen uit het rapport zijn opgevolgd en wat nu de mate van verontreiniging is en waaruit dit blijkt.

Onderstaand 1:1 de conclusies en aanbevelingen van onderzoeksbureau Tauw. Het gehele rapport is na te zien op..……….

  • Er zijn staalslakken aangetroffen in de zuidwest hoek van de onderzoekslocatie tot eenmaximale diepte van 1,4 m-mv
  • Deze staalslakken bevinden zich niet onder de grondwaterstand (rond 2,2 m-mv)
  • Onder de staalslakken bij boringen 1,2 en 3 is een laag aangetroffen die in het veld was

gekarakteriseerd als grond. Bij interpretatie van de analyseresultaten bleek op basis van aanvullende informatie dat de afwijkende laag onder de staalslakken grout betreft
(grout is een niet vorm gegeven bouwstof). Bij boringen 4 en 5 is geen afwijkende laag/grout

aangetroffen. Mogelijk ligt er wel grout onder de aangetroffen watervlakte op de onderzoekslocatie, dit gedeelte is niet onderzocht

  • Bij inpandige peilbuis 6 is bevestigd is dat staalslakken zijn toegepast onder de loods ten westen van de onderzoekslocatiein de grond onder de staalslakken en het grout zijn geen kritische parameters verhoogd
    aangetoond
  • In het grondwater en oppervlaktewater zijn de voor staalslakken kritische parametersverhoogd aangetoond

In grondwater geldt dit voor vanadium, bromide, barium, chroom, strontium en ijzer bij
verschillende peilbuizen ten opzichte van peilbuis 6 (deze is gebruikt als referentie omdat
deze zich bevind ter plaatse van staalslakken echter deze staat inpandig en er is geen
sprake van afstromend hemelwater.

In oppervlaktewater zijn aluminium, barium, chroom, ijzer, strontium en vanadium in

hogere concentraties aangetoond dan de natuurlijke achtergrondwaarde.

  • Er is wel sprake van kwel op de onderzoekslocatie, maar dit heeft verwaarloosbaar effect op het freatisch grondwaterpeil
  • In de staalslakken zelf is momenteel nauwelijks sprake van uitloging (op basis van het
    uitloogonderzoek). Verwacht dat de aanwezigheid van de staalslakken niet zal leiden tot

verdere significante toename van pH in grondwater en oppervlaktewater of toename van
concentraties kritische parameters in grondwater en oppervlaktewater

  • Op basis van voorgaande punten kan geconcludeerd worden dat de staalslakken reeds zijn

uitgeloogd (gezien resultaten uitloogonderzoek) onder invloed van regenwater en/of het op
het terrein teruggebrachte afstromend regenwater en dus de sterk verhoogde concentraties in het grondwater en het oppervlaktewater hebben veroorzaakt. Maatregelen die zijn genomen om staalslakken niet in contact te laten komen met water (dan wel regenwater of grondwater), zijn niet toereikend (geweest)

De volgende aanbevelingen worden gedaan:

  • Om de mogelijke verspreiding verder in kaart te brengen, is het nodig om de lokale
    geohydrologische situatie nader te bepalen door:

o Het bepalen van de NAP-hoogte van de omliggende sloten

o Het plaatsen van extra peilbuizen in stroomafwaartse richting

o Het monitoren van de bestaande peilbuizen

  • Er wordt geadviseerd een peilbuis te plaatsen buiten de onderzoekslocatie waar geen
    staalslakken aanwezig zijn, zodat de lokale achtergrondwaardes van kritische parameters
    nader kunnen worden onderzocht.